drager
emulsie
papierkeuze
gradaties
gradatie bepalen
ontwikkelen
stopbad
fixeer
spoelen
drogen
dokaverlichting
test de veiligheid van het dokalicht
DRAGER
Fotopapier kunnen we, wat betreft de drager, onderscheiden in barietpapier
en kunststof- of PE/RC-papier.
De drager van 'gewoon' papier is papiervezel, bedekt met een barietlaag
(bariumsulfaat en gelatine), vandaar de naam. De barietlaag verhoogt de
witheid van het papier en verhindert de lichtgevoelige laag (de emulsie)
binnen te dringen in de papiervezel.
Kunststof-papier bestaat uit een zeer dunne papierlaag, die aan beide
zijden bedekt is met een polyeth(yl)een-laag (afgekort: 'PE'; 'RC': resin-coated),
die niet waterdoorlaatbaar is.
Er bestaan ook fotopapieren waar het papier vervangen is door polyester.
Top
EMULSIE
De emulsie van alle fotopapieren bevat zilverbromide kristallen, sommige
bevatten ook zilverchloride kristallen. Zilverchloride is minder gevoelig
dan zilverbromide. De hoeveelheid zilverchloride en/of -bromide in een
emulsie is 2 tot 4 gram per m².
De papieren met alleen zilverbromide heten bromide-papier en hebben een
neutrale tot blauwzwarte kleur of 'beeldtoon'.
Papieren met zowel zilverbromide als -chloride heten chlorobromide-papier
en zijn neutraal tot warmzwart (van bruinig tot groenig) van beeldtoon.
Er zijn papieren die tot de bromide-papieren gerekend worden ook al hebben
ze sporen chloridekristallen in hun emulsie (Ilford Multigrade), daarom
spreken we bij uitgesproken chlorobromide emulsies, zoals Agfa Record
Rapid (bariet) en ‘warmtone' Multigrade of Kentmere, van 'echte' chlorobromide-papieren.
Top
PAPIERKEUZE
Kunststofpapieren zijn gemakkelijk en vooral snel te verwerken. Dit komt
vooral omdat water en chemicaliën niet in de drager kunnen doordringen.
Daardoor verloopt de ontwikkeling sneller, maar vooral het fixeren en
spoelen. Het is eenvoudig te drogen, zowel aan de lucht als met warme
lucht als met infrarood (nooit warmer dan 50 C). Daarna ligt het papier
mooi vlak en heeft een mooi (glanzend, zijdemat etc.) oppervlak.
Barietpapieren zijn niet gemakkelijk te verwerken.
Vooral fixeren en spoelen zijn kritisch, omdat water en chemicalien doordringen
in de drager. Na droging krullen de meeste papieren alle kanten op.
Waarom werken fotografen dan op barietpapier? Barietpapier is mooier,
al weet niemand precies waarom. Omdat sommige emulsies gelijk zijn aan
emulsies van kunststof-papier, moet het aan iets anders liggen. Mogelijkheden:
de dikte van de totale emulsie- en gelatinelaag; de kleur of witheid van
papier en barietlaag; de structuur van (het oppervlak van) barietpapier.
Barietpapier is lang houdbaar. Van de houdbaarheid van PE-papier is nog
niet zoveel bekend. Fabrikanten claimen een houdbaarheid die gelijk is
aan of beter is dan die van papier. Maar een echt bewijs van die claims
ligt vanzelfsprekend in de toekomst. Daarom kiezen verzamelaars en archieven
voor echt papier. Dus als foto's aan de muur moeten: bariet. Omdat houdbaarheid
bijzonder belangrijk is, maar ook moeilijk te bereiken voor barietpapier,
bestaan er veel voorschriften en procédés voor de verwerking. En ook veel
onenigheid.
Top
GRADATIES
Er bestaat papier met vaste gradatie (Ilfospeed, Agfa Portriga speed,
Tetenal Work) en papier met variabele gradatie (Ilford Multigrade, Agfa
Multicontrast, Tetenal Ttvario) Bij papier met variabele gradatie bereik
je verschillende gradaties met een filter uit een filterset in de filterla
in de vergroter, of met een filterinstelling op een kleurenvergroter.
Top
GRADATIE BEPALEN BIJ HET VERGROTEN
Maak een proefstrookje. Bepaal de juiste gradatie door eerst de belichtingstijd
te bepalen voor de hoge lichten. Zijn, bij die tijd, de schaduwen te licht,
neem dan een hardere gradatie. Zijn de schaduwen te donker, neem dan een
zachtere gradatie.
Bij vaste-gradatie-papier wel even de belichtingstijd opnieuw bepalen
met een proefstrookje, omdat verschillende gradaties meestal een verschillende
gevoeligheid hebben.
Bij variabel papier opletten of het nieuwe filter dezelfde belichtingstijd
heeft als de vorige. Zie de gebruiksaanwijzing.
Top
ONTWIKKELEN
De ontwikkelaar bepaalt de kleur.
Chlorobromide papieren zijn goed te beïnvloeden; bromide papieren niet.
Warmtonende ontwikkelaars zijn bijvoorbeeld: Agfa Neutol WA; Tetenal Neutraltyp;
Amaloco AM 1001.
Neutraal- tot koudtonende ontwikkelaars: Neutol NE; Tetenal Eukobrom,
Eukospeed, Ilfospeed; Kodak Dektol; Am 2002 t/m 6006.
De ontwikkelaar bepaalt ook mede de gradatie en de maximale zwarting.
Als er ontwikkelstoffen in het papier zitten, heeft de ontwikkelaar minder
of geen invloed op de kleur en de gradatie.
Harde ontwikkelaars komen uit de grafische sector en verhogen de papiergradatie
minimaal anderhalve gradatie. Overal verkrijgbaar: Tetenal Dokumol.
De meeste ontwikkelaars zijn gemiddelde ontwikkelaars, maar de prestaties
verschillen onderling nogal en vooral bij papieren met een variabele gradatie
loopt de zwarting sterk uiteen. De vuistregel: begin met de ontwikkelaar
die de fabrikant ontworpen heeft voor een specifiek papier. Multigrade
in multigrade- en Ilfospeed in Ilfospeed-ontwikkelaar. Barietpapier in
speed-ontwikkelaar is meestal geen goed idee, omdat in veel PE-emulsies
al bepaalde ontwikkelstoffen zijn toegevoegd. De trend is overigens, dat
die stoffen er weer uitgelaten worden, formeel vanwege de houdbaarheid,
maar waarschijnlijk is het gewoon goedkoper.
Voor bariet-puristen is een veel vervelender ontwikkeling, dat er aan
barietpapier steeds meer ontwikkelstoffen worden toegevoegd. Zachte ontwikkelaars
verlagen de gradatie ongeveer een gradatie. Merken: Tetenal Centrabrom
S; Efhabrom. tijd: 1-2 minuten afhankelijk van papier
Top
STOPBAD
Voor PE komen de tijden voor stoppen, fixeren en spoelen er niet zo op
aan. Met de moderne fixeermiddelen moet stopbad gebruikt worden
en wel vers. Amaloco S10 heeft als voordeel dat het praktisch reukloos
is en een goede indicator heeft. Tijd: 1 minuut.
Geloof de mensen (leraren) niet die je vertellen dat je zonder stopbad
kunt. Die hebben het nog geleerd in een tijd dat het fixeer veel zuurder
was. In de tijd ook dat je in een doka altijd last van je luchtwegen had.
Top
FIXEER
Modern fixeer is gebaseerd op Ammonium Thiosulfaat. (Amaloco X55) Het
'nieuwste' is een 'neutraal' fixeer zoals Amaloco X88 dat met een ph-waarde
van 6.7 begint en door stopbad zakt naar 6.0. Zuur fixeer hecht zich sterker
aan papiervezels dan een neutraler fixeer. Omdat bij PE de fixeer het
papier niet bereikt, is de keuze van een soort fixeer niet erg van belang
voor de houdbaarheid. Voor de gezondheid is het wel van belang: X88 geeft
minder zwaveldioxide (irriteert luchtwegen) af. Tijd: 1-2 minuut bij konstante
beweging (afhankelijk van versheid) 3-5 minuut bij weinig beweging
Top
SPOELEN
Het zekerst is spoelen bij een temperatuur van 20 C. Onder de 15 C moet
veel langer gespoeld worden. tijd: 10-20 minuten in stromend water.
Top
DROGEN
Drogen kan aan de lucht, aan een knijper, met een haardroger of met een
droogapparaat. Niet boven de 50 C, want dan smelt het kunststof. Warmer
en sneller geeft een betere glans. Bij heel langzame droging gaat wat
scherpte verloren. De zwarten lijken dan uit te vloeien, dit staat bekend
als blooming. De meeste fabrikanten melden bij elke nieuwe versie van
hun papier, dat blooming nu toch echt tot het verleden behoort...
Top
DOKAVERLICHTING
Elk multigrade papier is in zekere mate gevoelig voor elk soort licht.
Meestal wordt in amateurdoka's gebruikt gemaakt van geelgroene dokaverlichting,
waar de eerste generaties multigrade erg slecht tegen konden. Dit heeft
ertoe geleid, dat veel mensen terugkeerden naar rode dokaverlichting voor
dit papier.
Rood licht was vooral in onbruik geraakt omdat ons oog heel slecht contrast-
en nuance-verschil in grijs kan bepalen bij rood licht. Bij geel (natriumdamp)
en geelgroen licht gaat dat veel beter. Er bestaan hier en daar nog- "rode
doka's" in de grafische wereld.
Met elke nieuwe release van Ilford Multigrade is het overigens ongevoeliger
geworden voor geel licht en voorzover ik weet is het op dit moment het
minst gevoelig vergeleken met andere papieren. Volgens algemeen geldende
mening onder 'dokawerkers' en testers lopen alle concurrenten van Ilford
meestal een release achter bij de verbeteringen die Ilford aanbrengt in
zijn papier. Ilford is bezig aan release IV.
Top
TEST DE VEILIGHEID VAN HET DOKALICHT
De test om de veilige tijd bij je huidige dokalicht te vinden, gaat als
volgt:
Start in het absolute donker.
Leg een vel fotopapier in het donker onder je vergroter.
Bedek een strook met twee stroken zwart karton . Eén strook is
de referentie-strook. Deze zal de hele test bedekt blijven.
Geef met je vergroter een korte belichting op het hele papier. De belichting
moet in ieder geval lang genoeg zijn om grijs op te leveren (ruim boven
de drempelwaarde dus).
Verwijder 1 zwarte strook en plaats op de grens waar het karton gelegen
heeft en waar het fotopapier onbedekt is gebleven 5 guldens op een rij.
Nu kan pas het dokalicht aan!
Schrijf bij de guldens 1,2,3,4,5 en pak een klok of stopwatch.
Verwijder eerst munt 5.
Een
minuut later munt 4. etc.
Drie minuten na het verwijderen van munt 1, doe je het dokalicht uit.
- Waarom drie minuten? Dat is de gemiddelde tijd die een velletje papier
nodig heeft om uit de doos in het stopbad te belanden.
Ontwikkel het vel in het donker, het liefst iets langer dan je gewend
bent.
Stoppen ook nog in het donker en als het vel in de fixeer ligt kan het
dokalicht en even later het witte licht weer aan.
Wat zie je bij helemaal veilig licht? Een grijs vel met een witte balk.
Bij minder veilig
licht: Een grijs vel met een witte balk en een lichtgrijze balk met op
de grens een aantal rondjes.
Het laatste rondje waar je nog een deling kunt onderscheiden is het begin
van de onveilige tijd. Plus drie minuten.
De witte balk is het wit van het papier.
De lichtgrijze balk is het onbelichte papier, dat alleen maar belicht
is door het 'veilige' dokalicht.
Je zal zien dat je de rondjes veel beter kan onderscheiden in het gebied
dat een voorbelichting onder de vergroter heeft gehad. Dat is ook waarin
het gevaar zit van onveilig dokalicht: het beïnvloedt je beeld, terwijl
je dat aan de witte randen nog niet kan zien.
De test kan je voor alle nauwkeurigheid nog herhalen bij de ontwikkelschaal
en met het dokalicht aan tijdens de voorbelichting en het ontwikkelen.
En
ook de reflecties van je eigen vergroter kunnen behoorlijk storend zijn
terwijl je je vel belicht.
Als je in een groepsdoka werkt: test de reflectie van naburige vergroters.
Als je in een doka met tl-verlichting werkt: test papier met alle dokaverlichting
uit, maar onmiddellijk na het uitdoen van de witte tl-verlichting. Nogal
wat tl-buizen gloeien na of lichten op, omdat de nul in plaats van de
fase geschakeld wordt.
En hoe safe is je roodfilter?
Met de eerste test als referentie weet je dan al behoorlijk veel over
de veiligheid van dat papier in jouw doka. Het probleem is natuurlijk
niet alleen de sterkte van het licht, maar vooral ook de duur, en daar
kan je ook nog wel wat kreatieve oplossingen verzinnen. Het dokalicht
hoeft maar heel even aan bijvoorbeeld. Het kan uit tijdens de belichting
en ook wel tijdens een deel van de ontwikkeling.
De doka van W. Eugene Smith besloeg zijn hele verdieping. Hij had trekkoordjes
aan elke dokalamp, allemaal aan elkaar geknoopt en die waren weer verbonden
met touwtjes, die door zijn hele doka liepen, en zo kon hij overal zijn
licht aan en uit doen.
In een Duits blad stond enkele jaren geleden al een amateurdoka met infrarood
bediend dokalicht. Nu zijn infrarood bediende schakelaars en stopcontacten
alom verkrijgbaar.
Je zult merken dat nauwkeurige karweitjes bij het doordrukken en tegenhouden
veel beter gaan, als alle verlichting in de doka gedoofd is.
Wel is het een grotere inspanning voor je ogen als er voortdurend licht
aan en uit gaat.
Top
opmerkingen
of toevoegingen? mail mij
|